Nr.

Thema

product

Ruimtelijke ordening

Stedelijke planning en programmering

Thema  3.2:

Verdeling beschikbare ruimte

In 2019 werken we aan de nieuwe Omgevingsvisie en stellen deze in 2020 vast. Tot dan blijft de Structuurvisie kader stellend. Indien nodig stellen we een interimkoers als tussenstap. De komende jaren geven we verder uitvoering aan Breda als compacte stad (Structuurvisie 2030). We beoordelen initiatieven op hun bijdrage aan de doelstellingen van het programma Duurzaam wonen in Breda.
We sturen op voldoende bedrijventerreinen. We starten voorbereidingen voor nieuwe bedrijventerreinen, met een omvang van 40 tot 60 hectare netto. Bestaande terreinen blijven duurzaam beschikbaar voor bedrijven. Mogelijke uitzonderingen zijn kleinere terreinen in de bestaande stad, waar gelet op de woonopgave een herschikking kan ontstaan. Met het oog op functiewijzigingen in de bestaande stad en de toenemende vraag is er ook behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen. Deze geven we zorgvuldig uit.
We kunnen niet alles tegelijk accommoderen, en we kiezen een volgorde waarin we meewerken aan projecten. De ambities van het Verhaal van Breda geven de richting aan, straks verwoord in de nieuwe Omgevingsvisie.
De aantrekkende economie zorgt voor meer initiatieven. Voor meer duurzame, gedragen initiatieven maken we meer gebruik van bestaande kennis en daadkracht. De intelligentie van stad en dorpen is ongekend groot. Door verschillende belangen elkaar te laten aanvullen stimuleren en ondersteunen we eigenaarschap van inwoners, ondernemers en studenten om de stad en dorpen mee vorm te geven. Dit is in geest van de nieuwe Omgevingswet (samenvoeging van 26 wetten), die in 2021 van kracht wordt. Er ontstaat ruimte voor lokaal maatwerk om initiatieven mogelijk te maken, waarbij gedegen participatie verplicht is.
Ons uitgangspunt is: we geven richting, bieden ruimte, stimuleren, ondersteunen,  zetten in op snellere procedures en beschermen de kwaliteit van de leefomgeving. Hiertoe overbruggen we tegengestelde  belangen zoveel mogelijk tot integrale oplossingen.

In de periode tot 2021 bereiden we ons voor op de invoering van de Omgevingswet, zodat de implementatie soepel kan verlopen.
Bestaande beleidsstukken, regelgeving en visies over de leefomgeving vertalen we naar een nieuw integraal instrumentarium, waar we met minder regels meer mogelijk maken. We onderzoeken hoe we de dialoog met de stad kunnen inrichten. Het instrumentarium bestaat onder andere uit:
1.   Omgevingsvisie. Het Verhaal van Breda is de leidraad voor het vervolg. Met dit in het achterhoofd was een bouwstenennotitie de eerste stap: trends en ontwikkelingen, waar liggen we goed op koers, waar is bijstelling nodig. De belangrijkste dilemma’s bespreken we met de stad en stakeholders. Inzet is om in 2020 een nieuwe Omgevingsvisie aan te bieden aan de raad.
2.   Omgevingsplan: per 2021 gelden alle bestemmingsplannen samen als 1 Omgevingsplan voor het hele Bredase grondgebied. Ter voorbereiding experimenteren we met bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte met verschillende facetten, bijvoorbeeld nieuwe beleidsdomeinen zoals gezondheid, participatievormen, nieuwe digitale verwerking. Waar mogelijk werken we in projecten met partners aan bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte, als een aanpassing van het bestemmingplan nodig is. De verplichting om bestemmingsplannen te actualiseren is vervallen.
3.   Om de doelen uit de Omgevingsvisie te bereiken stellen we Omgevingsprogramma’s op. Enkele zijn verplicht, anderen facultatief. Vanuit de Omgevingsvisie bepalen we welke programma’s in Breda nodig zijn.
•   Naast het nieuwe instrumentarium nemen we ook de bestaande gemeentelijke processen onder de loep voor een snellere en betere besluitvormingen om initiatieven te faciliteren.
•   We maken data gereed voor aansluiting op het landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) en beschikbaar voor iedereen, zodat men gelijkwaardig een dialoog kan voeren. De nieuwe processen, participatie en projecten worden beter digitaal ondersteund. We richten een digitale samenwerkingsruimte in en we experimenteren hierin samen met VNG. De totale financiële consequenties van het inpassen van alle plannen in het landelijke digitale stelsel zijn nog niet bekend.
•   We testen verschillende facetten van het werken in de geest van de Omgevingswet in bestaande projecten en processen. We bouwen verder op de positieve resultaten en leren van de minder geslaagde resultaten. Hiermee is er ruimte voor innovatieve concepten.
•   We bewegen steeds mee met ontwikkelingen. Daarom stellen we projecten bij, die niet van de grond komen in overleg met markt en omgeving. Tussen plan en uitvoering stimuleren we tijdelijke invulling van braakliggende terreinen en leegstaande panden om leegstand tegen te gaan (leegstandsaanpak).