1. Vastgoedontwikkeling (€ 19,2 miljoen)
De kansen en bedreigingen van de grondexploitaties brengen we systematisch in kaart. Per grondexploitatie is aangegeven hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet en wat de kosten zijn van bepaalde risico’s. Aanvullend op de projectrisico’s brengen we projectoverstijgende risico’s in beeld. Hierbij rekenen we een scenario met een verslechterde economische ontwikkeling door. Voor een andere specificatie verwijzen we door naar de pararaaf grondbeleid.
2. Anterieure overeenkomsten (faciliterend grondbeleid) (€ 5,2 miljoen)
De risico’s hebben met name betrekking op de verhaalbaarheid van kosten en eventuele claims die kunnen ontstaan.
3. Gevolgen Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (wet BUIG) (€ 9,9 miljoen)
Het objectieve verdeelmodel voor de Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (Wet BUIG) pakt ongunstig uit voor de gemeente Breda. Ook is het landelijke macrobudget BUIG ontoereikend. De gemeente loopt, net als elke andere gemeente voor 2017 en 2018, een maximaal risico van 8,75% (van het Rijksbudget). Dit komt neer op een bedrag van ongeveer € 5,7 miljoen. Indien het tekort groter blijkt, dan is een beroep op de Vangnetuitkering mogelijk. Binnen de gemeente Breda worden min of meer structurele risico’s berekend over een periode van 4 jaar, waarbij het tekort met € 1 miljoen afneemt tot € 2,25 miljoen in 2019 en in de jaren daarna constant blijft. Gezien de vele onzekerheden ligt de kans op 50%. Het risicobedrag over de periode van vier jaar bedraagt dan € 9,9 miljoen. Momenteel zijn we in overleg met andere gemeenten om een prognosemodel te ontwikkelen, om de risico’s scherper in beeld te brengen, door onder andere de externe prognoses er in te verwerken.
4. Sociaal Domein (€ 36,6 miljoen)
Het betreft het risico's vanwege het open einde karakter van de verschillende zorgvoorzieningen. Dat betekent dat niet het beschikbare budget, maar de (zorg)vraag bepalend is voor de uiteindelijke kosten. De open einde regeling betekent dat iedereen de zorg en ondersteuning ontvangt die daadwerkelijk nodig is. Bovendien verloopt de doorverwijzing naar dergelijke voorzieningen niet volledig via het gemeentelijke kanaal. Het gebruik van zorgvoorzieningen kan daardoor maar beperkt worden beïnvloedt door de gemeente, net zoals de ontwikkeling van de (omvang van de) doelgroepen. Daarnaast is sprake van mogelijk indexeringen voor de contracten Wmo, waarvan het onduidelijk is of en hoe zich dit zal vertalen in tarieven. De aanpassingen van het sociale zekerheidsstelsel maar ook de landelijke aanpassingen en bezuinigingen op de WSW en WWB, hebben ingrijpende gevolgen voor SW Bedrijven, WSW medewerkers en de re-integratie doelgroepen (met name WWB en Wajong). Dit voorjaar is duidelijk geworden dat de omvang van het WSW-macrobudget onvoldoende is om de kosten van de WSW-medewerkers te dekken. Dit is een landelijke problematiek. Er zijn keuzes gemaakt om de WSW-problematiek in te passen in de begroting 2018, mede in het licht van landelijke ontwikkelingen van het WSW-macrobudget. Onder programma 1 Sociaal en Vitaal worden deze risico's uitgebreider toegelicht. Overigens is het verwachte tekort verder opgelopen. Dit toegenomen tekort is niet vertaald in een toegenomen risico, omdat dit wordt gecompenseerd met extra maatregelen. Met andere woorden: het extra tekort en extra maatregelen heffen elkaar nagenoeg op.
5. Panden voldoen niet aan te stellen eisen (€ 4,0 miljoen)
De onderzoeken die zijn uitgevoerd naar de noodzakelijke maatregelen voor Brandveiligheid leveren een steeds beter beeld op van de verwachte totaalkosten, deze worden nu geraamd op € 4,4 miljoen met een kans van 90%.
7. Huurinkomsten gemeentelijk vastgoed ( € 2,5 miljoen)
De onzekerheid over de continuïteit van de huurinkomsten op het gemeentelijke vastgoed is sterk verminderd. Bij sommige accommodaties zoals het Rat Verleghstadion bestaat nog steeds onzekerheid of de huurder ook in de toekomst de afgesproken huurpenningen kan voldoen.
8. Achtervang Verbonden Partijen (€ 3 miljoen)
De bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit is een vereiste omdat een aantal gemeenschappelijke regelingen geen eigen vermogen mag aanleggen en zodoende –bij tegenvallers- direct terugvallen op het vermogen van de deelnemende gemeenten, waaronder Breda. Momenteel zijn wij bezig om de risico's per partij in beeld te brengen. Bij de jaarrekening 2017 zullen wij daarin inzicht geven. Daarom is de reservering van € 3,0 miljoen gehandhaafd.
9. Project Van afval naar grondstof (VANG) (€ 1,1 miljoen)
De grootste onzekerheid met betrekking tot de transitie ‘Van Afval Naar Grondstof’ (VANG) is of de voorgenomen beleidseffecten volledig worden gerealiseerd. Daarnaast zijn de prijsstelling voor de afvalverwerking en de opbrengsten van de afvalstromen moeilijk te voorspellen, m.n. als gevolg van conjunctuurgevoeligheid.
10. Diverse projecten (€ 1,9 miljoen)
Het betreft hier onder andere riolering IJpelaar, HOV busbaan, infrastructurele werken rondom station, claims oude wijkontwikkelingsprojecten, brede school Viandenlaan en dergelijke. Het gaat onder andere om claims, vertragingsrisico’s, budgetoverschrijdingen vanwege meerwerk.
11. Garantstellingen (p.m.)
Het verlenen van garanties aan derden en het innemen van achtervangposities bij waarborgfondsen is niet zonder risico's. Bij het niet nakomen van verplichtingen op gegarandeerde leningen wordt de gemeente aangesproken. Bij een achtervangpositie in een waarborgfonds wordt de gemeente pas aangesproken als het garantievermogen van de waarborgfondsen niet toereikend is.
Het risico tot aanspraken wordt bij de direct verleende garanties laag ingeschat. Bij een eventuele aanspraak zorgen de gestelde hypothecaire zekerheden ervoor dat het financieel verlies gering dan wel nihil zal zijn.
De gemeente Breda heeft bij twee waarborgfondsen een achtervangpositie, namelijk bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Waarborgfonds Eigen Woningen, het waarborgfonds dat de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) verstrekt. Bij beide waarborgfondsen is de verwachting dat de achtervangpositie de komende jaren niet wordt aangesproken.
Overige risico's
Naast bovenstaande risico's bestaan er nog een aantal andere risico's. Een relevante daarbij is een risico ten aanzien van BTW. In 2015 is na overleg met de Belastingdienst in februari is tot een overeenstemming gekomen met betrekking tot de afwikkeling van het boekonderzoek 2009-2010. De verwerking ervan heeft binnen de jaarstukken plaatsgevonden. Bij het overleg is onder andere afgesproken dat Breda zelf onderzoek gaat doen naar 2011-2015. Steekproef 2015 is getrokken maar totaal financieel beeld is hiervan nog niet te schetsen. Er zijn al wel wat correcties gemaakt, maar ook die zijn nog niet 100% hard aangezien. Een belangrijk twistpunt is er nog rondom het gelegenheid geven tot sportbeoefening. Zodra met meer zekerheid een beeld gevormd kan worden van de bevindingen zal dit uiteraard gecommuniceerd worden.
De Vennootschapsbelastinglast is voor 2017 nog niet zeker, maar zoals het er nu uitziet komt deze op € 0 uit. Er hangt nog steeds een aantal landelijke waarderingsvraagstukken boven de markt die hier van invloed op zijn. Tevens loopt er een clusteringsdiscussie m.b.t. straatparkeren en parkeergarages welke nog niet beslecht is. Daarmee blijft risico dus nog steeds actueel.